maandag 2 maart 2015

Het einde van het schooljaar komt al in zicht, 

Er komen dus heel wat proeven aan,
ook voor lichamelijke opvoeding:

Hieronder een overzicht van de proeven die je mag verwachten voor lichamelijke opvoeding:

  • Zwemmen: met lange broek en een shirt met lange mouwen inspringen (reddersprong) en 50 m zwemmen.
  • Atletiek: vertesprong: na een korte aanloop van 5 m een vertesprong uitvoeren: afzetten met één voet op de plint/banken en met twee voeten landen op de valmat. Beste score behaal je door meer dan 2m 60cm te springen.
  • 8-minutenloop. Beste score haal je door zonder te wandelen 8 minuten aan één stuk te lopen.
  • Atletiek: bovenhandse worp met een tennisbal. De beste score behaal je door als jongen verder dan 30m te gooien, als meisje verder dan 22m te gooien.
  • Gymnastiek: achterwaartse buikdraai: aan de rekstok, met een krachtige afstoot op één voet een opwaartse zwaaibeweging uitvoeren. Je behaalt de beste score door te oefening uit te voeren en de eindigen in streksteun.
  • Gymnastiek: aaneenschakeling van evenwichtsoefeningen: je staat op het einde van een omgekeerde Zweedse bank. Je gaat op je tenen staan en draait 180°. Je stapt voorwaarts tot einde van de bank. Daar buig je de benen en kom je tot hurkstand. Je blijft 3 tellen in hurkstand en komt dan terug rechtop. Je stapt rugwaarts tot het einde van de bank.
  • Gymnastiek: tussensteunsprong: na een korte aanloop spring je met 2 voeten op de springplank. Je bekken gaat hoog en je kaatst met de twee handen op de plint. Je benen gaan tussen je armen over de plint. Bij het landen buig je door je knieën en eindig je in evenwicht.
  • Skeelerproef: twee leerlingen fietsen of skeeleren tussen twee krijtlijnen (1m 50) over een afstand van ongeveer 23m. Je wordt beoordeeld als skeeler. De skeeler houddt de bagagedrager van de fiets vast. Over een lengte van 15m skeelert hij met de fietser mee. Vervolgens laat hij zich 8m voorttrekken door de fietser (al hangend).
  • Balspel - tikkerbal. Je kan de beste score behalen door goed te scoren voor balvaardigheid, spelinzicht en fair-play.
  • Honkbaloefening: met een baseballbat op een bal slaan (er wordt een zone getekend voor de bal). Je moet dit vier keer doen. Je behaalt de beste score door de bal 4 keer binnen de zone en verder dan 5 m te slaan.
  • Jongleren met twee balletjes: jongleren met minstens 2 balletjes op zo'n 30 cm boven je hoofd. Je behaalt de hoogste score door minsten 5 keer te kunnen jongleren.
  • Ritmiek en expressie: improvisatieoefening: je improviseert op verschillende muziekstukken (flamenco, tiroler, cancan, Russische dans, hip hop, Afrikaanse dans).

Alvast héél veel succes!